Eén kalkoen uit duizenden?
"Ik kan het wel uitschreeuwen: hoe laag kan een mens zinken om dit een
dier aan te doen. En waarom komt dit nu
op mijn pad?" Dit waren m'n woorden toen ik m'n familie vertelde over de kalkoen die we in juni 2009 langs de kant van de weg vonden.
Op weg naar de
supermarkt lag er langs de weg iets wits in de berm. Toen we er voorbij
reden zag ik uiteindelijke een kop uit het gras steken. Het was een kalkoen. "Stop!", riep ik, "daar
ligt een kalkoen in de berm."
Bij
de eerstvolgende kruising hebben we kunnen zwaaien. Het beestje lag te
hijgen van de hitte, want het was erg warm. Toen ik het
oppakte aan z'n vleugels, bungelde z'n poot onder z'n zware lijfje. En
ik voelde ook iets nattigs op z'n buik. Met de kalkoen
op m'n schoot ging ik op de achterbank zitten en we gingen rechtsomkeerds naar
huis. Onderweg merkte ik al dat er beestjes begonnen te krioelen langs
m'n benen. Dit beestje zat onder de maden.
Het was overduidelijk.
Dit was een gewonde kalkoen uit de
bio-industrie. Bij het inladen van de containers was dit beest buiten de
container terecht gekomen en al bungelend aan z'n poot de vrachtwagen
ingetild. Kun je je dat voorstellen? Onderweg naar de slachterij heeft
hij zo een tijdje gebungeld en heeft hij zich uiteindelijk losgewurmd
en is hij langs de weg terechtgekomen.
Daar sta je dan. Wat te
doen met een gewonde kalkoen, op een
zaterdagmiddag als alle dierenartsen vrij zijn. Terwijl ik het arme
beestje, dat omging van de dorst wat water gaf, is m'n man gaan bellen.
Via de dierenbescherming kreeg hij contact met de dienstdoende
dierenarts. We konden meteen komen en ze zouden alles kunnen doen wat
nodig was.
We waren tot van alles bereid en we hadden er veel
voor over. "We moeten het zeker een kans geven", zei m'n man nog. "Dat
hij het zo ver heeft geschopt, dat hij uit die vrachtwagen heeft kunnen
vluchten om zich de slacht te besparen is al heel wat."
Maar het
heeft niet mogen baten. Toen hij/zij uiteindelijk op de behandeltafel
lag bleek niet alleen z'n poot te zijn gebroken. Maar z'n hele buik lag
open en erger nog: dit beestje heeft daar al een paar dagen liggen
creperen in de hitte, zonder water. De open wond op z'n buik was dood
en zwart en wemelde van de maden.
Er zat niets anders op
dit arme beest zo snel mogelijk te verlossen van z'n pijn. Dat is dus
ook meteen gebeurd. Onder een flinke verdoving (de da gaf hem een verdoving
voor een 30 kilogram wegende hond en zelfs daarmee was het beestje nog
niet helemaal weg) is hij rustig ingeslapen.
Ik was er kapot
van. Hoofdschuddend en met tranen in m'n ogen reden we terug naar huis. Gelijk toen we thuis waren ben ik onder de douche gaan staan. Ik
moest het eerst allemaal van me af laten stromen. Echter, de geur van het
beestje liet me niet los: het zoete mestgeurtje dat iedereen wel kent
die kippen heeft als hij het hok voor een tijdje niet heeft
schoongemaakt. Het is overbodig te zeggen dat het beest niet veel veren
had. Maar wat ik niet snel zal kunnen vergeten zijn z'n ogen. Die bange
blik van een dier in nood. Die blik sprak boekdelen.
En om het
allemaal in z'n perspectief te plaatsen. Het is een wereld van verschil
zoals ik me soms zorgen maak om m'n eigen kipjes als ze
iets hebben. Maar de realiteit is dat er ondertussen miljoenen dieren
creperen en bezwijken ten koste van dat stukje vlees op ons bord.
We hebben een klacht ingediend bij de inspectie bij ons in de buurt. Zij zouden het voorval bespreken in de eerstkomende vergadering en de inspecteurs vragen speciaal aandacht te besteden aan de transportkratten die voor deze dieren worden gebruikt. Inspecties door dierenartsen vinden alleen plaats bij het uitladen in de slachterij, maar niet bij het inladen bij de boer. Dat zou te omslachtig zijn. Ook vertelden ze me dat er al heel veel verbeterd was de laatste tijd. "Iedere kalkoen die deze lijdensweg moet doorstaan is er één te veel", was het enige wat ik daarop kon zeggen. Daar waren ze het ook wel mee eens.
Wil je meer weten over kalkoenen in de bio-industrie klik hier.